Drie jaar geleden ontdekte Tirza (39) dat haar moeder Jantien (66) een stiekeme drinker was. “In plaats van haar verdriet om het verlies van mijn vader te delen, zocht ze troost in de fles.”
“Achteraf schonk mijn moeder wel heel vaak toevallig nét een wijntje in als ik op visite kwam. Ze was ook steeds vroeger erg lollig. In het begin zocht ik daar niks achter. Ik houd zelf ook van een biertje op een zomers terras of een glas wijn bij een diner. Ik was allang blij dat mijn moeder het na de dood van mijn vader thuis voor zichzelf gezellig maakte. Na zijn overlijden vreesde ik dat mama zou vereenzamen. Ik vond het een geruststellend idee dat ze ’s middags de open haard aanstak en een lekker glas rood voor zichzelf inschonk. Hoe problematisch dat inmiddels was geworden, wist ik niet. Dat wist ze perfect te verbergen. Door allerlei trucjes viel haar overmatige drankgebruik niet op voor de omgeving. Tot ze zo ver heen was dat er niets meer te verbloemen viel.
EERST ZO BEWONDERENSWAARDIG STERK EN POSITIEF
Acht jaar geleden overleed mijn vader aan de gevolgen van darmkanker. Hij was al jaren ziekelijk en mijn moeder was mantelzorger. Dat hij hieraan zou sterven, wisten we. Toch kwam het moment, net na een operatie, voor ons allemaal als een schok. Mijn zusje Anna en ik maakten ons vooral zorgen om onze moeder. Na een harmonieus huwelijk van 37 jaar kwam ze alleen te staan. We werken allebei, hebben drukke, actieve levens en we wonen ook nog eens te ver weg om even spontaan langs te wippen.
Maar mama wuifde onze ongerustheid weg. Ze zei dat ze stiekem een beetje uitkeek naar tijd voor zichzelf. Ze had haar hele leven gezorgd, eerst voor een groot gezin met jongere broers en zusjes, toen voor twee kinderen en tot slot voor een zieke man. Ze wilde eindelijk dingen doen die ze zelf leuk vond. Ze ging op dans- en schilderles, en als ik af en toe met mijn dochter langskwam, was dat voldoende. Verder paste ze met plezier op mijn neefjes van toen drie en vier, als mijn zus en zwager er even tussenuit wilden. Kortom, ze was bewonderingswaardig sterk en positief.
Misschien wel iets te. Ze nam weinig tijd om te rouwen en stortte na een jaar of twee, drie toch in. Later verklaarde ze dat ze zich van de een op de andere dag ineens zo eenzaam en depressief voelde. De stilte overviel haar. In plaats van dat te delen met mijn zusje en mij, zocht ze haar troost in de fles. In haar geval pinot noir. Líters pinot noir. Het begon met een paar wijntjes tijdens het koken en avondeten, maar dat verschoof al snel naar de lunch. Tot ze helemaal geen rem meer had. Werd ze verdrietig wakker, dan zette ze eerst koffie, maar spoelde meteen erna de narigheid weg met een glas wijn. Geleidelijk aan had ze meer nodig. Had ze iets speciaals of akeligs, dan tikte ze zo een halve fles port weg. Ondertussen hadden wij geen idee.
ZE BLEEK VERSLAAFD GERAAKT AAN ALCOHOL
Alcohol is net zo verslavend als drugs, maar je hoeft geen dealer thuis te laten komen. Je kunt jouw shot bij elke supermarkt verkrijgen. Mama kocht eerst alleen flessen, later koos ze voor kartonnen drieliterpakken. Die liet ze bezorgen of haalde ze bij de slijterij, toen ze nog autoreed. Grote voordeel: het was goedkoper en na gebruik kon het pak zo bij de oude kranten. Scheelde een hoop gesjouw en smoesjes over een feestje bij de glasbak. Want dat excuus gaf ze mij ook steeds als ik haar betrapte met tassen vol glaswerk. Dan had ze nét de avond ervoor een festiviteit gehad of waren de buren langsgekomen om te pimpelen.
Er was in ieder geval altijd een reden waarom er allemaal lege flessen naast de koelkast stonden. Later hoorde ik dat ze expres twee wijnglazen op het aanrecht zette, zodat ze een alibi had voor als één van ons onverwachts zou langs komen. Aan de telefoon merkte ik wel dat ze soms onduidelijk sprak of wat afwezig reageerde. Ik vermoedde dan dat ze wel een wijntje te veel op had, maar had nooit verwacht dat ze echt alcoholverslaafd was. Ik zag haar als een slimme vrouw, die goed in staat was verstandige keuzes te maken.
Dat vertrouwen daalde toen zusje Anna en ik steeds meer signalen kregen dat het helemaal niet zo goed ging met mama. Regelmatig wekte ik haar als ik belde, dan was ze midden op de dag ingedut. En mijn neefjes, nog te jong om precies onder woorden te brengen wat er scheelde, zeiden wel dat oma soms raar deed als ze een dagje op hen paste, zoals ineens hard lachen of in slaap vallen op de bank. Of ze liep ‘alsof ze op de kermis was’, omdat ze zo waggelde. Anna en ik hebben toen nog even gedacht dat ze misschien leed aan een beginstadium van Parkinson.
IN SLAAP VALLEN TIJDENS DE VERJAARDAG VAN HAAR KLEINDOCHTER
Ook bleek mijn moeder een keer met drank op in de auto te hebben gereden. Ze werd op tijd door de politie van de weg gehaald, omdat ze zo slingerde. Godzijdank had ze nog niets veroorzaakt, noch bij zichzelf, noch bij een ander. Maar dat was wel een heel harde waarschuwing. Ze heeft daarna nooit meer zelf gereden. Ze was inmiddels genoeg geschrokken, maar kon het niet opbrengen om nuchter te blijven. Tegen mijn zusje en mij had ze overigens niet verteld dat ze met een te hoog promillage was gesnapt. Ze zei dat ze een black-out had gehad achter het stuur en daarna niet meer in de auto durfde te stappen. Voor ons weer een bewijs van een mogelijke hersenziekte.
De waarheid hoorden we pas drie jaar geleden. We vierden de sweet sixteen-verjaardag van mijn dochter Emma. Oma was er ook en zat uiteraard gezellig aan de wijn. Ze liep af en aan naar de keuken om haar glas bij te vullen en stapte zelfs over op wit toen mijn voorraad rood was geslonken. Ze werd steeds uitbundiger, sprak met luide stem en viel af en toe zelfs in slaap op de bank. Ik zag dat mijn dochter zich vreselijk geneerde. Voorzichtig trok ik mijn moeder weg van het feest, de keuken in.
Ineens begreep ik het: haar wonderlijke gedrag, het vele vergeten van afspraken. Zou het door die wijntjes komen? Ik vroeg of ze vaker zo veel dronk en zo ja, of ze nog wel zonder kon. Het leek wel alsof mijn moeder blij was met deze vraag, want ineens gaf ze alles toe: dat ze al bijna zes jaar stiekem dagelijks dronk. Dat ze inmiddels echt verslaafd was, maar dat haar afhankelijkheid van drank geheimhouden voor de buitenwereld steeds moeilijker werd. Dat haar alcoholgebruik gemiddeld zo’n honderd tot honderdvijftig euro per week kostte en dat ze dat had bekostigd met haar spaargeld, waardoor er straks veel minder erfenis voor mij en Anna zou zijn. En het belangrijkste: dat ze nu héél graag hulp wilde.
ONMACHT, VERDRIET, ONGELOOF, WOEDE EN MEDELIJDEN
Wat het met je doet als je hoort dat je moeder alcoholiste is en al die jaren een groot geheim bij zich heeft gedragen, kan ik bijna niet uitleggen. Ik voelde onmacht, verdriet, ongeloof, woede, maar vooral medelijden. Waarom had ze niet eerder met me gedeeld hoe eenzaam ze zich voelde? Waarom had ze zich laten gaan met de alcohol? Ik vond het verschrikkelijk dat mijn lieve moeder zo diep was gezakt.
Anna, mijn zus, was voornamelijk boos. Ze neemt het mijn moeder soms nog steeds kwalijk dat ze zich zo onverantwoord heeft gedragen in de buurt van haar kinderen. Mama heeft mijn neefjes gelukkig nooit mee in de auto genomen, zo slim was ze wel, maar ze heeft wel in hun bijzijn gedronken. Mogelijk was ze flink teut. Dat vindt Anna onbegrijpelijk en onvergeeflijk. Maar ik wil niet zo hard oordelen. Een verslaving is een chronische hersenziekte. Die is venijnig en neemt je verstand over. Het ene moment denk je rationeel en beloof je beterschap, het volgende moment heb je alweer een glas achterovergeslagen.
ZE NOEMT ZICH ‘EEN VERSLAAFDE IN HERSTEL’
Mijn moeder heeft daadwerkelijk professionele hulp gezocht. We hebben contact opgenomen met gespecialiseerde verslavingszorg. Uiteindelijk heeft ze een maand in een kliniek gezeten en een nahulptraject gevolgd. Ook mijn zus en ik hebben familiegesprekken met een therapeut gevoerd om haar zo goed mogelijk te kunnen steunen en helpen.
Mijn moeder is nu al anderhalf jaar clean, waar ik megatrots op ben. Zelf noemt ze zich ‘een verslaafde in herstel’: ze durft niet te zeggen dat ze voor altijd genezen is. Alcohol trekt altijd. Zo haalt ze bewust geen drank meer in huis. Niet voor visite, niet voor verjaardagen of kerst. Er staat geen wijn- of bierglas meer in de kast. Die heeft ze allemaal weggedaan. Ze eet bij mij zelfs geen tiramisu als toetje, ook al is de likeur erin te verwaarlozen. Bang als ze is weer in de verleiding te komen. Ze mag dan wel clean zijn, het gevaar is nooit weg, zegt ze eerlijk. Daarvoor vindt ze wijn nog te lekker en verlangt ze af en toe naar het gevoel van verdoving. Maar ze wil ook nooit meer terug naar het leven van liegen en bedriegen en dat motiveert haar het bij mineraalwater te houden. Ik zal er alles aan doen om haar hierbij te helpen, want een verslaving heb je nooit alleen.”
Bron: weekblad Libelle