Column • Komt het einde van de war on drugs in zicht?

D. BERGMAN (VOC) 13 juli 2021

‘The war on drugs is ending’, schrijft de Amerikaanse auteur Michael Pollan in een geweldig essay in de New York Times van 10 juli, ‘Now we have to figure out what the peace looks like.’ Ook in ons land lijkt een voorzichtige kentering te zijn begonnen, in de nasleep van de afschuwelijke aanslag op Peter R. de Vries.

Na halve eeuw oorlog nu tijd voor vrede

Michael Pollan is een van mijn favoriete schrijvers, eerder verantwoordelijk voor ‘The Botany of Desire’ en het indrukwekkende ‘How to change your mind’. Hij schrijft over de relaties tussen voedsel, planten, drugs en menselijke cultuur.

Deze week verscheen zijn nieuwste boek, ‘This is your mind on plants: opium, caffeine, mescaline’. In zijn essay in de New York Times, ‘How Should We Do Drugs Now?’ constateert Pollan dat de Amerikaanse bevolking na een halve eeuw drugsoorlog klaar is om de vrede te tekenen.

Auteur Michael Pollan weet dat de tijd van de war on drugs de verleden tijd moet zijn…

Alle drugs decriminaliseren

Dat heeft natuurlijk te maken met de legalisering van cannabis in een groot aantal Amerikaanse staten, maar dat is zeker niet het enige. In Oregon is gebruik en bezit van gebruikshoeveelheden van álle drugs, dus ook coke en heroïne, gedecriminaliseerd.

Bovendien is therapeutisch gebruik van psilocybine, paddo’s, expliciet legaal in Oregon. In Californië wordt, gebruik, bezit van gebruikshoeveelheden en ‘social sharing’ van LSD en MDMA gedecriminaliseerd, een nieuwe mijlpaal op weg naar het einde van de drugsoorlog.

Hóe gaan we al die legale drugs legaliseren?

Meesterlijk schetst Michael Pollan de opgave waar we voor staan als we afscheid nemen van de in alle opzichten mislukte drugsoorlog: bepalen hóe we de verschillende drugs gaan reguleren. Hij herinnert de lezer er aan twee van de meest destructieve drugs die er bestaan helemaal legaal zijn: tabak en alcohol. Met tabak is het in de VS gelukt om zonder een verbod het gebruik flink naar beneden te krijgen.

Over alcohol schrijft Pollan: ‘De ongemakkelijke vrede die onze cultuur met alcohol heeft gesloten, kan de weg wijzen naar een manier waarop drugs als heroïne en cocaïne ooit, in het post-drugsoorlog tijdperk, gebruikt zouden kunnen worden. Als samenleving accepteren we dat sommige mensen in een ongezonde relatie met alcohol belanden en dat er elk jaar tienduizenden mensen sterven door misbruik van alcohol. Maar nog veel meer mensen gebruiken deze drug met plezier en zonder schade, zowel voor zichzelf als voor de samenleving. Ook hier spelen de rituelen die we rond drinken hebben ontwikkeld een beschermende rol en vormen ze een model, hoe onvolmaakt ook.’

Aanslag op Peter R. leidt  tot discussie over legalisering drugs

Wijze woorden, zoals je die in ons land maar zelden leest of hoort. Al lijkt de vreselijke aanslag op Peter R. de Vries wel te leiden tot een fundamenteler publiek debat over drugs en drugsbeleid. Jan Struijs, voorzitter van de Nederlandse Politiebond, zei de ochtend na de aanslag op radiozender BNR: ‘Aan de voorkant moet je veel meer aan preventie en gezondheidszorg doen en je eens een keer de vraag stellen, als je dat nou doet, kunnen we niet een gedeelte van de verdovende middelen vrijgeven?’

Verschillende collega’s van De Vries, onder wie misdaadverslaggevers Jan Meeus (NRC) en Marian Husken (Vrij Nederland) pleitten ook voor legalisering. Husken onder de glasheldere kop ‘Drugscriminelen bestrijd je door drugs te legaliseren’.

Peter R. de Vries: ‘Gezien hoe de war on drugs verloren is gegaan’

Dat laatste vindt Peter R. de Vries ook. Kort na de moord op advocaat Derk Wiersum, sprak hij er op NPO Radio 1 duidelijke taal over. De Vries vindt het laf dat Rutte de verantwoordelijkheid van drugscriminaliteit bij de consument van drugs legt; de politiek houdt het probleem in stand.

De Vries: ‘Mij valt op dat we bij incidenten steeds dezelfde reflex zien: er moet een narcoticabrigade komen, de straffen moeten omhoog en er wordt een appèl gedaan op de individuele gebruiker. Ik ben nu veertig jaar misdaadverslaggever, ik heb gezien hoe de war on drugs verloren is gegaan. En ik erger me aan die stereotiepe reflex iedere keer, waarbij men eigenlijk de kop in het zand steekt en weigert te kijken hoe we deze problematiek anders zouden kunnen aanvliegen. Want alle inspanningen hebben er niet toe geleid dat er ook maar één gram drugs minder hier op de hoek van de straat te krijgen is. En de misdaad is enorm toegenomen.’

Laat iedereen, maar vooral de politici in Den Haag, zich deze woorden ter harte nemen. De drugsoorlog moet stoppen.