Het is goed in ogenschouw te nemen van welke verslavende genotsmiddelen we het meeste last hebben: alcohol en tabak.
New York, juni 1998. In het hoofdkwartier van de Verenigde Naties vindt een speciale zitting over drugs plaats. Voor een verslaggever uit het land van nederwiet en junkiebond een ontnuchterende bijeenkomst. Opvattingen die bij ons gemeengoed zijn, gelden in de VN-assemblee als suspect. Onderscheid tussen soft- en harddrugs? In Nederland een abc-tje, in VN-verband is de gedachte alleen al absurd. Minister Hans van Mierlo zwijgt er dus wijselijk over in zijn toespraak. Hij wordt in deze omgeving toch al als een vreemde vogel gezien, zeker door mensen als de Franse president Jacques Chirac die reppen van een ‘strijd’ tegen ‘de vijand’, van ‘een kruistocht’. In die geest wordt een kordate slottekst aangenomen, volgens welke de productie van heroïne en cocaïne in 2008 moet zijn ‘geëlimineerd of aanmerkelijk gereduceerd’.
Maandag is het de Internationale Dag tegen Drugsmisbruik en Illegale Handel, uitgeroepen door de Verenigde Naties. Een mooi moment dus om vast te stellen wat er – niet tien, maar precies twintig jaar later – is terechtgekomen van dat voornemen op die VN-top. Het antwoord: helemaal niets.
Afghanistan heeft met 9.000 ton opnieuw een recordoogst aan opiumpasta, grondstof voor heroïne. Ook in Midden-Amerika floreert de papaverteelt als nooit tevoren. Het rijkelijk met gif besproeide Colombia blijft de Amerikaanse markt overspoelen met cocaïne. Wereldwijd wordt als vanouds – en meer dan dat – geslikt, gerookt, gespoten en gesnoven.
De oorlog tegen drugs lijkt maar niet gewonnen te kunnen worden, en in menig opzicht is de drugsbestrijding erger dan de kwaal. Boerengemeenschappen worden ontwricht en in alle fasen van de productieketen spinnen criminele netwerken garen bij de keiharde aanpak.
Waarom wordt die oorlog dan toch gevoerd? Welke problemen moeten ermee worden opgelost?
Daarbij is het goed in ogenschouw te nemen van welke verslavende genotsmiddelen we het meeste last hebben: alcohol en tabak. Die zijn, gemeten naar gezondheidsrisico’s en maatschappelijke kosten, veel en veel schadelijker dan de stoffen die het doelwit zijn van de war on drugs.
Alcohol spant veruit de kroon. Van de volwassen Nederlandse bevolking is 10 procent probleemdrinker. Veel geweldsdelicten en verkeersongevallen zijn op alcohol terug te voeren. Het misbruik door jonge tieners is alarmerend. Alcohol kost de samenleving 2,6 miljard euro per jaar, volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Van alle genotsmiddelen is alcohol met afstand de dodelijkste, zo stelt een groep wetenschappers onder leiding van verslavingsexpert Jürgen Rehm, adviseur van de Wereldgezondheidsorganisatie.
Nicotine is nummer 2 op hun lijst. Roken kost de Nederlandse samenleving jaarlijks 2.000 euro per hoofd van de bevolking. Jaarlijks sterven twintigduizend mensen als gevolg van roken. Twintigduizend!
Rehm concludeert dat de wereld beter af zou zijn als er meer gekeken werd naar de gevolgen van tabak en alcohol, en minder naar alle illegale middelen.
Voor sommige mensen is bovenstaande reden te pleiten voor het vrijgeven van alle verdovende middelen – niet alleen cannabis. Hun argument: waarom zoveel hysterie en hypocrisie over harddrugs, terwijl die per saldo minder schadelijk zijn dan de maatschappelijk geaccepteerde genotsmiddelen? Ook in de politiek klinkt die opvatting door. Zo is D66 ‘voor het op de lange termijn decriminaliseren van het gebruik van alle drugs’, aldus het partijprogramma.